‘Kunstroof’ noemde Henk Hofland de onzichtbaarheid van The Beanery in de NRC. Al meer dan 10 jaar staat The Beanery niet meer opgesteld in het Stedelijk Museum.
The Beanery was de eerste Kienholz die ik zag en ook de eerste Kienholz van Colin Wiggins, head of education van de National Gallery, die ervoor gezorgd heeft dat The Hoerengracht naar Londen kwam. Colin en ik behoren beiden tot de gelukkigen die nog tussen de eeuwige drinkers met hun klokkenhoofden hebben gestaan. Edward Kienholz (1927-1994) maakte zijn verbeelding van de bar Barney’s Beanery, een eetgelegenheid in West Hollywood, in 1965. Het is een van de populairste werken van het Stedelijk Museum. ‘Alsof je in het sprookje van Doornroosje verdwaald bent’, schreef Jacq Vogelaar in 1997 in De Groene. ’Ze hangen er nog allemaal rond, de stamgasten, zoals ook de klokken op de plaats van hun gezicht nog steeds op tien over tien staan; het enige opgewekte aan de gezichten zijn de wijzers. Hier is de tijd eens en voor altijd gedood; het ruikt er zelfs naar, alleen het geroezemoes op de achtergrond bewijst dat het geleuter eeuwig doorgaat.’
Hofland had het ook over de geur van het gemummificeerde café. ‘Een mengsel van bierlucht, ontsmettingsmiddel, lysol misschien, afgewerkt frituurvet, een vage pislucht (in dit geval voortgebracht door ammoniak) en natuurlijk de geur van brandende sigaretten en volle asbakken. Het wekt beklemming, maar ook heimwee. Het doet je denken aan slemppartijen van lang geleden, voorbije romances en achterhaalde vriendschappen.’ Hofland vreest dat de anti-rook lobby de geur van brandende tabak er tegen de tijd dat The Beanery weer te zien is, heeft uitgefilterd. We zullen het zien en ruiken in 2011.